Beroepsinfectieziekte (seizoens) Influenza

Organisme:

Influenza is een infectieuze aandoening van de luchtwegen en wordt veroorzaakt door type A-, B- of C-influenzavirussen. Er zijn twee typen influenzavirussen die de meeste griep bij mensen veroorzaken: influenzavirus type A en  B. Type A-influenzavirussen zijn van oorsprong (water)vogel influenzavirussen. Naast het optreden van seizoensinfluenza kan er ook overdracht zijn van influenza van dier-op-mens (zoönotisch), voor meer informatie zie de LCI-richtlijn Influenza van dierlijke oorsprong.

De porte d’entrée van humane influenzavirussen wordt gevormd door slijmvliezen van de luchtwegen en incidenteel de conjunctiva. Het virus hecht zich via speciale receptoren aan de cellen van het respiratoire epitheel van de neus, farynx, larynx, trachea en bronchiën en repliceert zich in deze cellen.

Van de humane influenzavirussen is de mens het reservoir. Overdracht vanuit dierlijke virusreservoirs (paarden, varkens, vogels) naar de mens en vice versa komt sporadisch voor. Een voorbeeld waarbij dit in Nederland optrad is de A(H7N7)-vogelpestuitbraak in 2003 onder kippen en het individuele geval van varkensgriep in 2016. De kans op een nieuw pandemisch virus na een individuele infectie met een dierlijke influenza is erg klein, maar vereist wel een continue surveillance van influenza in de bevolking.

Per jaar overlijden in Nederland  ca.347 (21-1207) mensen aan de directe en indirecte gevolgen van seizoensinfluenza. Deze BAH-kaart beperkt zich tot humane influenza. Voor meer informatie, zie de LCI richtlijn, Influenza (seasonal) (who.int), CDC en ECDC.

Transmissie:

Transmissie vindt hoofdzakelijk plaats door de lucht via druppels (snot, slijm, speeksel) en over korte afstand ( één á twee meter). Overdracht via druppelkernen, die lange tijd en over een grote afstand  kunnen blijven zweven, komt ook voor.

Overdracht is ook mogelijk indirect; zoals via handen en/of voorwerpen (deurknop/oppervlaktes), maar speelt een kleinere rol.

Zie Influenza | LCI richtlijnen (rivm.nl) voor uitgebreidere informatie.

Incubatietijd:

De incubatieperiode is 1 tot 4 dagen (meestal 2 dagen).
 (WHO Influenza (Seasonal) 2023, CDC Keyfacts Influenza 2022).

Medisch beeld:

In de normale populatie is de kans dat iemand in het griepseizoen influenza ontwikkelt ca. 5%-10%. Dit in tegenstelling tot een patiënt die is opgenomen in een zorginstelling; dan is de kans 25-60%.

Influenza wordt gekenmerkt door de volgende klachten: acute koorts (>38, graden Celsius), koude rillingen, hoesten, luchtwegklachten, hoofdpijn, vermoeidheid en pijnlijke spieren. Gemiddeld verdwijnen de acute klachten na een week, maar iemand kan zich aansluitend vervolgens nog een paar weken slap voelen. Iemand met influenza is ongeveer een dag voordat de klachten ontstaan besmettelijk voor anderen, dit duurt tot 5 tot 7 dagen na het begin van de symptomen. In het algemeen is het virus, afhankelijk van het type en subtype, ongeveer 5 tot 9 dagen na het begin van symptomen uit het lichaam geëlimineerd. Bij kinderen en mensen met een onderliggend medisch lijden kan de uitscheiding van het virus langer duren.
Asymptomatische infecties kunnen voorkomen.
Voor meer informatie, zie de LCI richtlijn.

Medisch diagnostiek:

PCR-test op neuswat en/of keelwat , antigeensneltesten of een neuskeelspoelsel. De rol van serologische antistoffen bepalingen is beperkt. Voor een compleet overzicht, zie de RIVM-website.

Melden beroepsziekten

Er is sprake van een beroepsziekte als een medewerker besmet wordt door onbeschermd contact tijdens de werkzaamheden en daardoor ziek wordt. Omdat het influenzavirus tijdens een verheffing of epidemie veelvuldig in de populatie circuleert is de mate van werkgebondenheid  zeer lastig te stellen.

Preventie

Generieke arbeidsomstandigheden beheersmaatregelen

Tijdens een griepseizoen circuleert het influenzavirus onder de bevolking waarbij de verspreiding vooral via gezinnen met jonge kinderen verloopt. Waarna de ouders vervolgens het virus weer meenemen naar het werk. Een inschatting van de mate van werkgerelateerde influenza is vaak dan ook niet mogelijk.

 

Risicolopers zijn werknemers die bij het uitoefenen van hun beroep blootgesteld worden aan influenza. Volgens het gezondheidsraad zijn dit de volgende beroepen:

  • Intensief en direct patiëntencontact in verpleeg-, verzorgings- en ziekenhuizen;
  • direct contact met (kleine) kinderen zoals bij kinderdagverblijven en scholen;
  • (gericht en ongericht) werken met het influenzavirus zelf in laboratoria
  • omstandigheden waarbij (veel) mensen enige tijd dicht in elkaars nabijheid verblijven (zoals tandarts, mondhygiënist, fysiotherapeut, baliemedewerker, openbaar/personenvervoer, taxichauffeurs, militairen die verblijven in barakken, opvang- en detentiecentra mederwerkers);
  • Ruimers en raper betrokken met het ruimen van pluimveebedrijven besmet het de HPAI –aviaire influenza.

Voor reizigers wordt verwezen naar de website van de LCR en CDC.

Bestrijding  bij de bron:

Het niet mogelijk om bij de bron te bestrijden behalve in een laboratoriumsetting. Dit heeft te maken met het voorkomen op grote schaal, de hoge mens-op-mens besmettelijkheid en mogelijke transmissie voordat er al klachten zijn. Tijdens het griepseizoen circuleert het virus wereldwijd onder de bevolking. Afstand houden, het volgen van het hoestprotocol (of snotneusprotocol) en goede handhygiëne kan besmetting en verspreiding beperken.

Organisatorische & technische maatregelen:

Iedereen loopt tijdens een epidemie risico om met het influenzavirus te worden geïnfecteerd. De kans hierop is het grootst in besloten, drukbezochte ruimten (kantoor, openbaar vervoer, scholen, kinderdagverblijven, werkplaatsen, militaire kazernes, disco’s/bar, etc.), zeker in combinatie met slechte ventilatie.

Eventuele maatregelen zijn:  >1,5 meter afstand houden, reisfrequentie in openbaar vervoer verlagen, weren van zieke werknemers (verzuimbeleid) of cliënten en vaker schoonmaken.

Eventuele technische/organisatorische maatregelen: telefonisch vergaderen, thuiswerken, klimaatsysteem aanpassen (luchtvochtigheid van ca. 50%, recirculeren van lucht moet zoveel mogelijk voorkomen worden), no-touch kranen, scheiding tussen patiënten en werkgebieden, concentreren van besmettelijke patiënten, barrièreverpleging en desinfectie. Tenslotte is voorlichting van belang over:
consequent handen wassen en een goede hoest- en snuithygiëne, gebruik van wegwerp tissues, hygiëne bij bereiden voedsel en dranken, regelmatig schoonmaken van ruimten en oppervlakken met adequate schoonmaakprotocollen.

Persoonlijke beschermingsmiddelen:

Indien er in een zorgsetting met een bekende influenza patiënt wordt gewerkt, binnen de 1,5 meter, worden persoonlijke beschermingsmiddelen geadviseerd. Zoals adembescherming (mondneusmasker type 2R), handschoenen en barrièreschort. Zie de SRI-richtlijnen

Vaccinatie:

Zie hiervoor het gezondheidsraadadvies: criteria werknemers en griepvaccinatie  Het huidige griepvaccin beschermd tegen vier subtypes. Het vaccin is veilig en kan in principe ook aan zwangeren worden gegeven.

Pre-expositie beleid:

Ruimers en raper betrokken met het ruimen van pluimveebedrijven besmet het de HPAI –aviaire influenza worden preventief antivirale middelen aangeboden.

Post-expositie beleid:

Influenza is primair self-limiting en meestal is er geen indicatie voor antivirale  therapie. Een uitzondering zijn individuen behorend tot de medische risicogroepen. Hiervoor wordt verwezen naar de klinische richtlijnen.

Risicogroepen (medische kwetsbaren):

Meestal is influenza relatief onschuldig, de meeste mensen genezen zonder medische behandeling. Maar sommigen hebben een grotere kans op ernstige klachten als ze griep krijgen. Deze groep wordt jaarlijks opgeroepen voor vaccinatie. Dit zijn ouderen (>60)  en mensen met een chronische ziekte. Mensen die al hart- en longklachten hebben kunnen door de griep daar meer last van krijgen. Griepvaccinatie: herziening van de indicatiestelling 2021 | Advies | Gezondheidsraad, Griepprik | RIVM

Zwangeren in het derde trimester lopen een verhoogd risico, zeker als er sprake is van co-morbiditeit. Zwangerschap, postpartumperiode en werk | NVAB (nvab-online.nl)

 

Geschreven op: 30-03-2017
Geüpdatet op: 06-05-2024